In mijn meest recente project Universe staat het ‘bewustzijn’ van onze identiteit centraal. Wie zijn wij in relatie tot onze fysieke, sociale en politieke ruimte? Wat is onze unieke identiteit en hoe verhoudt deze zich tot de collectieve identiteit waardoor wij zijn gevormd? Het Universe-project roept vragen op over vrijheid, privacy, sociaal gedrag, zelfbeschikking en het vermogen tot zelfontplooiing binnen onze humanistische traditie. Het Universe-project maakt deze aspecten zichtbaar in een nieuwe reeks sculpturen en installaties waaraan ik sinds 2015 werk.
Onze identiteit bestaat aantoonbaar in de ruimte die wordt gevormd in onze schedel, die gevuld is met onze eigen hersenen. Maar wat bevindt zich buiten deze ruimte? En is de wereld buiten deze persoonlijke ‘individuele ruimte’ uniek of voor ieder hetzelfde? Vragen waarover filosofen zich al eeuwenlang buigen.
Onze identiteit wordt niet alleen gedefinieerd door onze persoonlijke ruimte maar wordt in hoge mate bepaald door onze omgeving. Alleen een ‘gedeelde identiteit’ maakt het mogelijk om binnen een samenleving te kunnen functioneren.
Om onze identiteit onderdeel te kunnen laten zijn van een gemeenschappelijk gedeeld systeem is er een ‘bewustzijn’ van sociale en politieke conventies en constructies nodig. Samen vormen zij een stelsel van ‘collectieve fantasieën’ waarbinnen onze eigen en de gedeelde identiteit vorm kunnen krijgen.
Het zijn deze constructen die voortvloeien uit de unieke, de gedeelde en de collectieve identiteit die de kern vormen
van Universe. Niet alleen in Universe/Zelfportret 45, de basis van het Universe-project, maar ook in mijn installatie In Case en de video-installatie Cordon Sanitaire 2020 waarin ik de 27 corona-speeches van de 27 EU-leiders toon en de traditionele setting waarin deze werden gegeven. Juist in wat wij hierbij herkennen als ‘traditie’ wordt onze gedeelde en collectieve identiteit zichtbaar.