Skin
De huid als grens tussen het ‘ik’ en de externe wereld
De huid is het grootse orgaan van de mens en vormt ook de grens tussen onze binnen- en buitenwereld.
De huid geeft ons onze unieke tastbare identiteit en houdt onze interne fysieke wereld bijeen. Zonder huid zouden wij
een vormeloze massa zijn.
Door de eeuwen heen hebben kunstenaars en wetenschappers een grote fascinatie gehad voor de huid als grens, want
wat zit er onder dit membraam tussen de binnen- en de buitenwereld? Anatomische studie van het menselijk lichaam
maakte het mogelijk de binnenwereld zo goed mogelijk weer te geven en de biologische machine die het lichaam is
beter te kunnen begrijpen. Met Skin ga ik verder in deze traditie. Het concept van de huid als grens of membraam geeft
mij als beeldend kunstenaar oneindig veel mogelijkheden. Skin is daardoor een doorlopend project geworden, waarvan
de eerste werken ontstonden in 2005.
De grens tussen het ‘ik’ en de externe wereld
Een huid definieert meer dan een grens tussen het interne lichaam van het persoonlijke ‘ik’ en het onpersoonlijke van
de externe wereld. De ruimte onder onze huid is onbetwist onze persoonlijke ruimte, maar de ruimte direct daarbuiten is in veel opzichten publiek. Daarmee wordt het direct een punt van discussie waar ons ‘ik’ ophoudt en de externe
wereld begint.
In die zin vormt de huid een mentale grens, een barrière tussen onze eigen lichamelijke integriteit en de sociale, economische en politieke publieke ruimte daarbuiten.
Een kopie van mijn identiteit
De huid als metafoor voor de fysieke grens van onze individuele identiteit is de start geweest voor een lange serie
zelfportretten. Aan de hand van siliconen afgietsels van mijn huid beschikte ik over een exacte kopie van mijn eigen,
unieke huid. Deze huid kon ik fysiek gebruiken en manipuleren. Met de metafoor van de huid kon ik universele thema’s
bevragen.
Zo werd binnenkant buitenkant (Pietà) en werd positief negatief (Imago / Zelfportret 5). Ook kon ik mijn huid letterlijk
uitrekken (Personal Space / Zelfportret 12) of als bekleding aanbrengen op een al bestaande ‘onderlegger’. Een voorbeeld hiervan is Torso / Zelfportret 6, waarbij ik als ‘onderlegger’ de Torso Belvèdere heb gebruikt.
In mijn versies van deze Torso meet ik mij letterlijk met hét symbool van de beeldhouwkunst en zo ook met mijn culturele identiteit. Want wat vormt ‘het ware beeld’? Hiermee refereer ik aan het in de kunstgeschiedenis zo belangrijke
thema van het ‘vera icon’: hoeveel ‘zelf’ is er nodig voor een zelfportret?
Identiteit en persoonlijke ruimte
Uiteindelijk is de vraag tot waar onze persoonlijke ruimte reikt en hoe sociale, economische en politieke etiquette
daarover zijn ontstaan en gedefinieerd. Etiquette en conventies hebben een lange culturele geschiedenis, maar de vorm
daarvan wordt steeds opnieuw bepaald. De collectieve fantasieën en verhalen die zij vormen zijn constant in beweging,
of ze nu persoonlijk, politiek of religieus zijn. Samen geven zij onze fictieve virtuele persoonlijke ruimte vorm, en vormen zo verhalen die vele malen krachtiger zijn dan de realiteit. Dat is waar ik mij als beeldend kunstenaar voortdurend
door laat inspireren.
Scroll more